De Tuin van de Beschutting
Centraal in de fysieke wereld van De Beschutting staat de tuin. De Beschutting dankt haar naam aan de tuin. De tuin is ommuurd door beukenhagen waardoor mensen zich er beschut en veilig voelen. Er is een moestuin, een kruidentuin, een walnotenboom met daaronder een woeste tuin, en er zijn twee dierenrennen, een voor konijnen en een voor kippen. Het terrein is ofwel een hele kleine boerderij of een hele grote tuin. Hoe dan ook, het is zeer geschikt voor mensen die willen ontprikkelen of die makkelijk het overzicht verliezen. Het is een haven waar je jezelf mag en kan zijn.
Men werkt in en geniet van de tuin. De wederkerigheid gaat twee kanten op: men helpt mee in de tuin in ruil voor onderwijs of begeleiding, of men helpt mee in de tuin en krijgen daar groenten, eieren en/of noten voor terug.
De Boeddhabeelden en Altaren zijn niet perse hier als symbool voor Boeddhisme. Het Altaar en de beelden in het hofje staan voor de Spirits van de tuin. De drie beelden in de Tempeltuin (tegenover de Tempelkamer) staan voor Boeddha, Dharma en Sangha. Dit zijn drie Boeddhistische termen die respectievelijk betekenen: de Boeddha, de Leer en de Gemeenschap van gelovigen.
Wij trekken dit breder door te zeggen: de Kosmos, de Wijsheid en de mensen die De Beschutting bezoeken.
Bij de Altaren offeren we dagelijks wierook, graan en water en soms ook fruit en noten. De dieren die dit eten zijn door Moeder Aarde op de wereld gezet en wij eren Moeder Aarde door ze te voeden. De wierook reinigt en neemt onze gebeden mee naar de Kosmos, en brand als verering van de Spirits van de tuin.
Er is plek om te mediteren, rustig te zitten, of lekker in de aarde te wroeten. De kippen kun je knuffelen.